Tekst Het Nieuwsblad - Emilie Lanchaert
Architect Hannes De Preester zocht een woning voor zichzelf, die hij met een verbouwing helemaal naar zijn hand kon zetten. Toen zijn oog viel op een kleine, ietwat atypische rijwoning uit de jaren vijftig reageerde zijn omgeving eerst sceptisch. Na drie jaar verbouwen is de transformatie verbluffend.
De woning van de 'jonge' architect is het middelste huis in een rijtje van drie. “Oorspronkelijk waren de drie huizen van één eigenaar en waren er ook verbindingen tussen de woningen. Zo zijn we tijdens de verbouwing bijvoorbeeld op een dicht gemetselde deur gestuit. En ook in de indeling merk je de verwevenheid: een deel van de badkamer van de buren zit via erfdienstbaarheid een stukje op mijn perceel”, vertelt Hannes.
Atypisch
“Het was een atypische rijwoning, die vooraan uit één bouwlaag bestond met een pannendakje erbovenop. Bij de achterbouw was er wel een bovenverdieping die vrij groot was. Op de benedenverdieping was er oorspronkelijk een ruime keuken die geen contact had met de tuin en een achterbouw met een veranda. Vooraan was in de voutekamer een badkamer geïnstalleerd en daar was ook de trap naar de bovenverdieping.”
“Wat mij aantrok bij dit pand was de ligging, aan de rand van de stad en vlakbij de invalswegen, maar toch met een mooi uitzicht op de weilanden.” Ook het atypische karakter van de woning maakte deel uit van de aantrekkingskracht. De architect wilde immers weg blijven de typische indeling van een rijwoning met een uitbouw achteraan en een benedenverdieping met ruimtes in het verlengde van elkaar.