Volume en schaal
Het gebouw toont zich qua programma en omvang als een ‘kleine dwerg tussen de reuzen’
Het paviljoen wordt voorzien in de spitse hoek van het bouwblok en zorgt voor de optimale inname en gebruik van het perceel. Deze driehoek is bepalend voor het karakter en de verschijningsvorm van het gebouw. Het paviljoen maakt zich deze vorm eigen als vertoningsvorm.
De indeling van het gebouw wordt helder opgebouwd en optimaal benut door in de driehoek twee haaks op elkaar aansluitende volumes te voorzien. Deze laten een structurele eenvoud en een rationele indeling toe.
Centraal op de gevel is een duidelijk afleesbare circulatie-as in de primaire driehoekvorm.
Deze buitencirculatie heeft toegang tot de verschillende delen van het gebouw en zorgt voor een rechtstreekse toegang naar het private dakterras. Het dak wordt als een volwaardige buitenruimte toegevoegd aan het programma, elke m2 wordt hierdoor optimaal benut.
De onafhankelijkheid van VTK als vereniging wordt belichaamd door het programma op te tillen van het maaiveld. De hoofdfuncties staan vrij en verhoogd boven het campus landschap.
Op de eerste verdieping vormt de polyvalente zaal met bar het hart van het gebouw. Via een groot ‘boegraam’ manifesteert deze ruimte zich naar het openbaar domein toe.